Tips & Tricks voor uw puppy

Uitkiezen van een puppy

De aankoop van een pup moet zeer goed overwogen worden want zo’n hondje wordt minstens 10 jaar oud.

Wanneer je besluit om een dergelijk beestje in huis te halen, laat je dan niet alleen verleiden door zijn schattige snoetje, maar win eerst informatie in bij mensen die al een hond hebben van dit ras of al meer ervaring hebben met honden.

Voor jezelf moet je vooraf uitmaken of deze hond groot of klein moet zijn, lang of kort haar moet hebben, binnen of buiten zal leven. Ook over de keuze tussen een reu of een teef moet vooraf goed nagedacht zijn
en de voor- en nadelen van beide moeten tegen elkaar afgewogen worden.

Eenmaal goed geïnformeerd, kan je dan overgaan tot de werkelijke aankoop van een pup.

Als je een pup bij een kennel of een particulier koopt, vraag dan of je de teef en de reu kan bekijken, zodat men zich een beeld kan vormen van deze dieren.

Ga vooral volgende punten na:

  • Zien de ouders er gezond uit?
  • Lopen ze niet mank? (heupdysplasie HD.)
  • Zijn ze speels ondanks ze al ouder zijn?
  • Zien de ouders er verzorgd uit?
  • Hoe is de toestand bij de verkoper zelf? (vuile of verzorgde honden en hokken)

Als je deze omstandigheden hebt bekeken en je hierover tevreden bent, kan je overgaan tot het uitkiezen van een puppy.

Een paar punten waar je vooral op moet letten zijn:

  • Na ongeveer 7 weken mogen ze het nest verlaten. (dan begint de inprentingfase).
  • Zeker nooit laatste uit het nest nemen (bang, ziek, achterblijvertje.)
  • Wanneer je eentje opneemt en het bijt tot je het moet loslaten kan dit een dominante hond worden
    ( moeilijk op te leren als men niet kordaat is)
  • Zeker nooit een bange pup nemen (kan angstbijter worden)
  • Zeker vragen of de pup zijn vaccinaties al gehad heeft en ontwormd is.
  • Zien of er voldoende spullen liggen waar de puppy’s zich mee bezig kunnen houden.
  • Vragen of de pup getatoeëerd is of een chip ingeplant is.
  • Prijs betalen die normaal is voor dit ras (stamboom of niet)


Vanaf de zevende tot de twaalfde levensweek bevindt onze pup zich in de inprentingperiode.  Alles wat we hem leren in die periode op een speelse en plezante wijze leren, zal de hond zich altijd blijven herinneren.  Maar ook zullen we hem nu al op een correcte wijze moeten bijbrengen wat fout is.

Zorg ervoor dat de puppy bij het vervoer naar huis zeker geen slechte ervaringen opdoet in de auto.  Haal hem aan in de auto, speel ermee, stel hem gerust maar zeker niet strelen als hij bang is.  Hij moet aan de auto een leuke ervaring overhouden.

Help ik heb een hond!

Eenmaal de hond bij ons thuis is aangekomen:

Laat de hond zich eerst aan zijn nieuwe omgeving gewoon worden zonder druk uit te oefenen, zowel binnen als buiten moet je hem rustig de tijd geven om te snuffelen en alles te ontdekken.
Zoek voor de nieuwe pup een rustige plaats uit waar zijn mandje komt te staan.
Deze plaats is dan altijd voor hem voorbehouden en is ook zijn plaats om te rusten.
Vanaf de eerste dag onmiddellijk correcte regels stellen: bv. nooit op de zetel (dus ook NOOIT toelaten).
Onze hond is immers een gewoontedier en verstaat dus niet dat het nu wel mag en dan weer niet.
Sta niet toe dat de hond tegen je opspringt. Beloon hem ook nooit als hij dit doet want zo is dit later zeer moeilijk af te leren. 

Je kan beter de pup op een rustige manier laten zitten of naast je staan of een liggende houding laten aannemen en daarna goed belonen.
Zo zal hij later als hij bij je komt ook eerder deze houdingen aannemen.
Springen kan je hem later wel op bevel aanleren.
Het kan gebeuren dat een pup, als hij bij je komt, begint te plassen van blijdschap.

Beloon hem op dat moment zeker niet, anders stimuleer je dit gedrag en is het ook moeilijk om dit af te leren.
Beter is het om op dat moment de hond te negeren en even later, wanneer hij niet plast, de pup te belonen.
Als onze pup heeft gegeten of heeft geslapen en daarna begint te snuffelen, dien je hem zo snel mogelijk op te nemen en buiten op een daartoe bestemde plaats te zetten om zijn behoefte te laten doen.
Eenmaal hij dit heeft gedaan, wordt hij daarvoor uitbundig beloond. Als hij per ongeluk toch binnen zijn behoefte aan het doen is, moet je hem straffen op het moment dat hij bezig is door hem bij zijn nekvel te nemen en kortaf neen te zeggen, waarna je opneemt en hem buiten verder uitlaat op de voorziene plaats en daarna hem opnieuw beloond.
Het heeft geen zin de pup te straffen als hij al in huis gedaan heeft want zoals gezegd is, een hond een momentdier en loop je het risico goed gedrag, zoals naar je toe komen, te bestraffen.
Geef een pup op vaste tijdstippen genoeg eten. Een pup die altijd honger heeft, zal later altijd zeer snel blijven eten, een hond die altijd voldoende eten in zijn bakje vindt zal echter een rustige eter worden.
Als een pup in zijn mandje gaat slapen, is dit een teken dat bij rust nodig heeft.
Stoor hem dan ook zo weinig mogelijk. Zodra hij uitgerust is, kan je immers opnieuw met hem bezig zijn.
Je kunt hem wel belonen met een rustige stem: “Dat is flink liggen” of “Dat is flink blijven”.
Geef de hond afwisselend speelgoed, dat bevordert zijn ontdekkingszin en zal ook voorkomen dat de pup zich gaat vervelen en zich, als hij binnen zit, op bijv. de meubels gaat uitleven, met de nodige gevolgen. Geef de pup bijvoorbeeld vandaag twee stukken speelgoed, waarna men de volgende dag daarvan één wegneemt en daarvoor een ander in de plaats geeft.
Zo doe je dat elke dag totdat je alle speeltjes aangeboden hebt en weer bij zijn eerste speeltje herbegint.
Zo zal bij steeds geïnteresseerd blijven in zijn eigen spullen.

Hiervoor kan men gebruiken:
plastic bijtringen, piepertje, knabbelstokje, flosje, harde plastieken fles die hij niet kan stukbijten, balletje, zeker groot genoeg, zodat hij het niet kan inslikken.

De periode van zijn zevende week tot de twaalfde is zeer belangrijk voor zijn verdere leven,
in deze tijd moet men veel met zijn hond bezig zijn op een speelse en plezante manier, een paar voorbeelden:

Veel spelen met onze pup, door hem achter ons te laten lopen maar zeker zelf nooit achter hem te lopen.
De hond het verkeer leren zonder dat hij van auto’s e.d. schrikt door er te dicht bij te moeten lopen.
Je kunt best met de hond spelen in de nabijheid van een drukke weg, waar hij de geluiden van het verkeer goed hoort maar toch niet angstig is en verder met zijn baasje blijft spelen. Deze geluiden zal hij later ervaren als plezierig want hij heeft bij deze geluiden van auto’s een positieve ervaring opgedaan.
Ook als het regent of geregend heeft zeker met de hond door plassen wandelen of met de hond in de plassen gaan ravotten.
Hierdoor zal onze pup een positieve ervaring opdoen die hij ook in zijn verdere leven als prettig zal ervaren.
Zo zal het leren te blijven liggen op een vochtige ondergrond veel vlotter verlopen.
Onze pup van zijn zevende week gewoon maken dat er lawaai wordt gemaakt in zijn omgeving.
Begin hier altijd rustig mee en naarmate de dagen of weken vorderen kan je dan de geluiden versterken.
Draag er vooral zorg voor dat hij dit altijd als plezierig ervaart. Indien de hond toch schrikt van een te hard geluid en hij angstig gedrag vertoont (staart tussen poten, wegkruipen,..) ga hem dan nooit strelen, betuttelen,
of beschermen, maar negeer de hond en doe gewoon verder of er niets is gebeurd.
Door de pup op zo’n moment te strelen of op te nemen zal men alleen zijn angstig gedrag stimuleren zodat hij later dikwijls bang gaat zijn want hij weet dat op zulke momenten zal gestreeld of opgenomen worden. Ook op veel verschillende plaatsen komen met onze hond en samen spelen, zal in zijn latere leven positieve gevolgen hebben. Als wij onze hond aan mensen willen laten wennen zullen we nooit over een drukke markt mogen gaan met hem, want er bestaat het gevaar dat in deze menigte een onoplettend iemand op zijn poten gaat staan en onze pup een negatieve ervaring opdoet.
Daarna moet men niet meer proberen om met hem tussen veel mensen te komen, want in deze belangrijke periode en voor zijn verdere leven zal hij dit altijd als negatief ervaren.
Het is wederom beter om in de nabijheid van veel personen te gaan spelen met onze hond,
zodat hij later bij mensen altijd een positieve prikkel ervaart.
Het is ook belangrijk voor onze hond om in deze periode in contact te komen met soortgenoten en andere dieren, maar bedenk altijd dat het voor onze pup plezierig moet zijn.

EEN PUPPY IS TOEGELATEN OP ONZE HONDENSCHOOL VANAF ZEVEN WEKEN, NIET OM TE KOMEN TRAINEN, MAAR OM EEN SOCIAAL KARAKTER OP TE BOUWEN TEGENOVER DE MENS EN ONZE TROUWE VRIENDEN.

Ik ga naar de hondenschool!

Vanaf twaalf weken en na zijn laatste puppyinenting kunnen we dan rustig beginnen met zijn opleiding in een hondenschool.

Wanneer u voor de eerste maal naar onze honenschool komt, vragen wij u een half uur voor aanvangvan de les reeds daar te zijn. Dat geeft onze hoofdinstructeur de gelegenheid u even appart te nemen en u al het één en ander uit te leggen over onze school en over uw pup.

Hier zullen zijn eerste oefeningen zijn: Volgen aan een losse leiband, Volgen Links, Rechts en Keren.
Ook de beginselen van het Ter Plaatse Blijven zullen we in de eerste lessen veelvuldig oefenen.

De oefeningen Voet, Af of Liggen, Recht of Staan en Volgen zullen meermaals terug komen in ons oefenprogramma.


Ook het Oproepen zal in dit beginstadium geoefend worden.

In de puppyklas kan men eerst met een halsbandje werken. Als de instructeur merkt dat het werken met de halsband niet meer gaat zal er aangeraden worden over te schakelen op een slipketting.

ZEER BELANGRIJK IN DEZE FASE VAN DE OPLEIDING IS HET CORRECT WERKEN MET DE SLIPKETTING. DEZE DIENT NIET OM ONZE PUP PIJN TE DOEN, MAAR OM TE LATEN VOELEN DAT WIJ ROEDELLEIDER ZIJN EN DIT OOK ALTIJD ZULLEN BLIJVEN. OOK ZEER BELANGRIJK IN DEZE PERIODE IS HET CORRECT WERKEN MET ONZE HOND.

Daar onze hond een momentdier is zullen we hem altijd op het juiste moment moeten belonen of bestaffen.

Belonen kunnen we op verschillende manieren:

  • We kunnen hem op een zachte manier zeggen wat hij goed gedaan heeft.
  • We kunnen hem belonen door hem eens goed te strelen.
  • We kunnen hem belonen door hem een snoepje te geven na een goed uitgevoerde oefening.
  • We kunnen hem belonen door met een bepaald voorwerp te spelen (apport).

Straffen kunnen we op verschillende manieren:

  • We kunnen een fikse correctie geven na een slechte oefening.
  • We kunnen straffen door hem kort en krachtig af te blaffen.
  • We kunnen hem straffen door hem te negeren.
  • Sommige honden kan men straffen door hen een onderdanige houding te laten aannemen.

Nuttige links